Als veganist kan het uitdagend zijn om te leven in een wereld waarin het gebruiken van dieren nog de norm is. Sommige veganisten kunnen er mentaal door lijden, zich eenzaam voelen of juist veel stress ervaren. In dit artikel lees je hoe dit komt en wat je eraan kan doen.

Om als veganist staande te blijven in een speciesistische wereld, is het belangrijk om voldoende morele veerkracht te hebben. Hieronder zeven tips om met morele stress om te gaan.

Tip 1: Accepteer de situatie

Wanneer je morele stress ervaart, is het in eerste instantie belangrijk om je gevoel te accepteren. Je voelt je bijvoorbeeld boos, gefrustreerd of teleurgesteld bij een ervaring van morele stress. Deze negatieve gevoelens zijn signalen die aangeven dat de situatie belangrijk voor je is en dat je je betrokken voelt. Ga ze dus niet uit de weg en probeer ze te aanvaarden.

Tip 2: Vind sociale steun

Je kan ook sociale steun opzoeken. Veel mensen ervaren het contact met anderen als een prettige en ondersteunende manier om met morele stress om te gaan. Je kan bijvoorbeeld een medeveganist vinden die je vertrouwt, zoals een vriend, familielid of collega die veganist is. Andere veganisten hebben van tijd tot tijd ook wel eens de gevoelens van morele stress en hebben dan ook begrip voor wat jij voelt. Je kan dan goed je gevoelens, ervaringen en ideeën uitwisselen. Vertel wat je dwars zit. Vermijd daarbij zeker je negatieve gevoelens niet. Erover vertellen zorgt voor een ontlading en zal ervoor zorgen dat je je beter voelt. Je kan ook met niet-veganisten spreken, als ze zich goed kunnen inleven in jouw belevenis van onrecht en goed begrijpen waarom veganisme voor jou belangrijk is.

Ken je weinig veganisten waar je die sociale steun weet te vinden? De Nederlandse Vereniging voor Veganisme (NVV) kan je helpen. We organiseren regelmatig groepsgespreken onder begeleiding van ervaren gespreksleiders waarin veganisten met elkaar in gesprek gaan kunnen gaan over wat ze lastig vinden aan hun niet-veganistische omgeving.

Tip 3: Laad op met geluksmomenten

Een derde mogelijkheid is proberen de negatieve ervaring te compenseren door voldoende vreugdevolle momenten in te bouwen. Momenten waarbij je plezier beleeft, kunnen je mentale batterij opladen. Misschien helpt het je om de natuur in te gaan, of een dierenopvang te bezoeken waar dieren het goed hebben. Misschien kan je een een oude hobby oppakken, jezelf trakteren op iets leuks of een vegan dagje uit gaan. Het helpt ook om het geluksmomenten uit te vergroten, door ze meer aandacht te geven. Bijvoorbeeld door vaker, langer en meer in detail terug te denken aan de mooie belevenissen.

Tip 4: Wees lief voor jezelf

Wie meer oog heeft voor het onrechtvaardige, heeft vaker last van morele stress. Morele stress is dus ook een teken van iets goeds aan jezelf: het laat zien dat je om anderen geeft. Dus als je morele stress ervaart, onthoudt dan dat je zelfcompassie en zelfzorg waard bent. Als dat betekent dat je even niks doet, is dat helemaal oké. Zoals alle vormen van stress, kan morele stress leiden tot uitputting. Lichaamsbeweging, slaap en mindfulness zijn bewezen manieren om je te helpen omgaan met de onvermijdelijke belasting en deze te beheersen. Ook zijn er steeds meer aanwijzingen dat de stressreacties van het lichaam sneller voorbij zijn als we een fysieke inspanning doen.

Tip 5: Ontwikkel veerkrachtige relaties

Of het met een romantische partner, vrienden, familieleden of collega’s is, relaties zijn ingewikkeld. Zeker wanneer je als veganist een kijk hebt op de wereld die afwijkt van hoe de meeste mensen het zien. Het vraagt dan nóg meer van je om relaties te behouden en gezonde nieuwe relaties te ontwikkelen. Melanie Joy heeft veel geschreven over handvaten voor betere relaties afgestemd op relaties tussen veganisten en niet-veganisten. Om er meer over te leren, kan je haar presentatie How Vegans Can Create Healthy Relationships and Communicate Effectively bekijken of haar boek Getting Relationships Right aanschaffen.

Tip 6: Wees realistisch

Een ander manier om morele stress te bestrijden, is om je manier van denken te heroverwegen. Vaak is morele stress het gevolg van een perfectionistische denkwijze. Bij een perfectionistische denkwijze ga je er vanuit dat er perfecte oplossingen bestaan en dat die bereikt kunnen worden door harder, sneller en slimmer te werken. Bij een realistische denkwijze doe je je best, maar realiseer je je dat je tegen een systeem ingaat waardoor het niet mogelijk is om alle dieren nu te bevrijden. Het is van belang om de zorg voor anderen niet op te geven, maar wel te weten hoeveel je kan geven. Er is een verschil tussen wat je kunt veranderen en wat je niet kunt veranderen. Het is de kunst om je energie en zorgen te richten op hetgeen waar je de meeste invloed hebt.

Tip 7: Doe iets (kleins)

Voor sommige mensen kan het prettig zijn om iets te doen, om richting te geven aan de morele stress. Het hoeft niet iets groots te zijn. Misschien draag je een statement op je shirt, inspireer je een collega om een vegan documentaire te kijken, of nodig je iemand uit voor een (vegan) maaltijd bij je thuis. Wil je je structureel inzetten voor het veganisme? Sluit je aan bij de NVV als donateur, lid of vrijwilliger.

Meer leren?

Wat is morele stress?

De ontdekking van wreedheid en uitbuiting van onze mededieren in onze moderne samenleving is fundamenteel. Wat misschien ooit ook voor jezelf normaal was, zie je als veganist nu als intens onrecht. Je ziet duidelijk de daders en medeplichtigen in het systeem: vaak heel dichtbij in je sociale kring. Terwijl jij je best doet om hier niet meer aan bij te dragen, merk je dat anderen dat niet zo snel doen. Ze lijken je niet te begrijpen, of er zelfs niet om te geven. Het doet je pijn dat mensen waar je om geeft, het systeem van uitbuiting in stand houden. Je voelt je onbegrepen en eenzaam.

Dit gevoel van stress door een gevoel van onrecht wordt ook wel morele stress genoemd. Bij deze vorm van stress voel je zeer ongemakkelijk bij een situatie die je onrechtvaardig vindt. Stress is een reactie van het lichaam om je in actie te brengen om iets te veranderen. Maar vaak is het niet mogelijk om de situatie te veranderen. De supermarkt zal de producten niet morgen uit de schappen halen, de reclames zullen niet stoppen en ook je collega’s en vrienden zullen niet meteen kiezen voor een plantaardige maaltijd. Sterker, als je je uitspreekt kan het zelfs zijn dat het je positie verslechterd. Dat terwijl je heel duidelijk slachtoffers ziet. Zo een situatie waar je weinig aan kan veranderen, druist in tegen jouw waarden van compassie en empathie. Het raakt je in je ziel en vraagt veel van je mentale veerkracht. Je kan je behoorlijk machteloos voelen en de stress kan behoorlijk op het eigen lichaam slaan. Voor sommigen kan het gevoel van onmacht ook raken aan gevoelens aan tekortkomingen. De stress laat niet los en kan je zelfs mentaal en fysiek uitputten. Zeker in combinatie met het bewustzijn dat het leed zich dagelijks op groteske schaal voltrekt, wat voortdurend een gevoel van urgentie oproept en een roep om actie.

Existentiële crisis

Veganisten kunnen zich ook gaan afvragen waarom ze er niet over hebben gehoord in het educatiesysteem, terwijl wel schoolmelk werd uitgedeeld; waarom het gezondheidssysteem niet transparant is over het gebruik van dieren; waarom vrienden of familie niet iets zeiden over de uitbuiting van dieren? Volgens psychotherapeut Clare Mann is het dan ook niet verwonderlijk dat sommige veganisten in een existentiële crisis terechtkomen. Wanneer hun beeld van de samenleving verandert in een dystopie (een samenleving met vele akelige kenmerken) kunnen ze daar mentaal aan lijden. Clare Mann noemt dit Vystopia.

Secundair trauma

In hun zoektocht naar antwoorden over het gebruik van dieren, zijn veganisten vaak verontrustende beelden tegengekomen die sterke emotionele reacties met zich meenemen. Psychologe Melanie Joy noemt dan ook dat veganisten een secundair trauma kunnen ontwikkelen, door de blootstelling aan de vaak gruwelijke details van de traumatische ervaring van andere dieren. Dit kan stressklachten veroorzaken vergelijkbaar aan klachten bij een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Ook vermoeidheidsklachten, cynisme, afstandelijkheid, verminderde compassie naar andere mensen en gevoelens dat je niet genoeg doet voor dieren,
kunnen zich voordoen. Tevens kunnen sommige veganisten – vanuit een overtuiging dat ze hun ogen niet mogen sluiten voor leed – een dwangmatig gedrag ontwikkelen waarbij ze zichzelf herhaaldelijk blootstellen aan beelden en situaties die het trauma kunnen verergeren.

Maar ook als je er niet naar op zoek gaat, kan je als veganist moeilijk ontkomen aan de dagelijkse realiteit die herhaaldelijk herinneringen aan de verontrustende beelden kan oproepen. Wanneer je in de supermarkt bent en langs het vlees- en zuivelschap loopt; wanneer je in het nieuws leest dat onze mededieren slecht behandeld zijn; wanneer je familieleden, collega’s op werk en vrienden je er weer aan herinneren dat zij nog steeds dieren gebruiken – ondanks alles wat je hen al vertelt hebt. En tussendoor hoor je reclames op radio en TV voorbij komen die dat gedrag normaliseren en aanmoedigen. Vaak op momenten waarop je je mentaal niet kon voorbereiden.