‘Leuk, een documentaire over veganisme’, dacht ik toen een e-mail binnenkwam dat BNNVARA in het kader van de NPO Food Weken een documentaire ging maken over de veganistische levenswijze. In de documentaire Boter, kaas noch eieren volgt de camera het sociale leven van presentatrice Milouska Meulens die het niet altijd gemakkelijk heeft in de omgeving van mensen die haar levenswijze amper begrijpen. Hoewel de gefilmde reacties van de straat op “veganisme” opvallend negatief zijn in vergelijking met de realiteit, brengt het op een mooie manier aan het licht dat veganisten en niet-veganisten het een lastig onderwerp vinden dat vaak angstvallig uit de weg wordt gegaan. Maar tijdens de uitzending van de documentaire maakte het enthousiasme plaats voor enorme teleurstelling, toen een privékliniek aan het woord kwam over vitamine B12 die de gelegenheid kreeg om een aantal onwetenschappelijke feiten de wereld in kon verspreiden. Plots werd een veganistisch dieet neergezet als een gangpad richting een onvermijdelijk B12-tekort. Veganistisch Nederland ontplofte.

Snel wordt duidelijk dat de redactie de B12-plank volledig mis heeft geslagen, als de privékliniek B12 institute in beeld komt. Het vierde resultaat bij een google-search wijst naar een artikel van de Vereniging tegen de Kwakzalverij die geen goed woord over heeft voor de praktijken van deze organisatie die zou meeliften op een hype van de zogenoemde “vergeten ziekte”. Volgens de vereniging zou de privékliniek vermoeidheid en concentratieproblemen koppelen aan een gebrek aan B12, zonder dat daar een wetenschappelijke grond voor is, ook als er geen B12-tekort geconstateerd wordt. De kliniek zou vooral verdienen aan de lange behandeltrajecten. Uitgerekend deze private organisatie krijgt in Boter, kaas noch eieren de eer om onconventionele uitspraken te doen over veganisten. Directrice Clara Platell laat geen gras groeien over de mogelijkheid om meer mensen te laten twijfelen aan hun B12-waarde en beweert dat 80 tot 90 procent van de veganisten een B12-tekort heeft.

De documentairemakers nuanceren de bewering niet door achterwege te laten dat dit enkel geldt voor veganisten die geen B12-supplementen nemen, en dat veganisten die wel suppleren Steevast vergelijkbare B12-waarden hebben als niet-vegetariërs. En ja, veruit de meeste veganisten doen dit anno 2018. Een recente publicatie in de European Journal of Nutrition concludeerde zelfs dat het gebruik van B12-supplementen onder Zwitserse veganisten zo goed was dat een B12-tekort nauwelijks vaker voorkwam onder veganisten.

Documentairemakers hebben uiteraard alle vrijheid om een eigen focus te kiezen. Maar op het moment dat er zeer discutabele cijfers worden gepresenteerd verstrekt door een bekritiseerde bron met een commercieel belang, begeven ze zich op spekglad ijs. En zo gingen ze deze keer onderuit. Verwonderlijk, want de documentairemakers hadden contact met de Nederlandse Vereniging voor Veganisme en hebben daarbij verwijzingen ontvangen naar wetenschappelijk onderbouwde feiten. Met andere woorden, de redactie wist het of had het kunnen weten, maar vergat kennelijk een feitenonderzoek en wederhoor. Dat is niet alleen erg voor de kijker, maar ook voor de dieren.

Deze houding ten opzichte van veganisme lijkt een trend te zijn in de verslaglegging van verschillende media, met overcompensatie tot gevolg. Sceptisch over de voordelen van een veganistisch dieet en gebrek aan skepticisme als het gaat om kritiek daarop. Misschien is het wel een gevolg van het succes van een van de snelst groeiende sociaal-maatschappelijke bewegingen van onze tijd.

Veganisme is in opmars en heeft haar argumenten voor diervriendelijke wereld paraat. Mensen die de levenswijze volgen doen niet mee aan het toe-eigenen en gebruiken van dieren en sparen daarmee vele levens. Ze accepteren niet dat dieren opgesloten worden of lijden. Niet alleen voor de dieren levert het voordelen op. Onderzoekers aan de Universiteit van Oxford publiceerden deze week dat mensen hun carbon foodprint tot 73 procent verlagen als ze alleen al vlees en melk laten staan. Volgens de grootste diëtistenvereniging ter wereld is een goed samengesteld veganistisch dieet net zo gezond. En er zijn zelfs goede aanwijzingen dat het gezonder is.

Tegelijkertijd is een leven zonder dierlijke producten iets wat veel mensen liever niet willen horen. Florien Cramwinckel van de Universiteit Utrecht, die onderzoek deed naar de reacties van mensen op moreel gedrag van anderen, legde in Boter, kaas noch eieren uit dat dit komt omdat mensen het zeer ongemakkelijk vinden om geconfronteerd worden met de mogelijkheid dat ze iets doen dat immoreel is. In de documentaire was dit duidelijk te zien aan de familierelatie van Milouska waar het onderwerp ofwel vermeden werd, of de levenswijze van Milouska met zijdelingse opmerkingen bespot werd. Voor de meeste veganisten is dit een herkenbaar beeld. Vooral beginnende veganisten valt het doorgaans zwaar wanneer ze hiermee geconfronteerd worden, nadat ze zelf het inzicht hebben gekregen dat het niet moreel is om nog dieren te gebruiken als dat niet noodzakelijk is.

Veganisten zitten daarom steevast met gespannen billen voor de buis als een nieuwsitem over veganisme voorbij komt. De lat werd al erg laag gelegd toen PowNews kinderen voor de camera liet liegen dat ze nuggets van McDonald’s lekkerder vonden dan de plantaardige variant die Wakker Dier uitdeelde naast een filiaal van de fastfoodketen. Maar op een of andere manier voelen ook traditionele media regelmatig de behoefte om juist de mindere kanten uit te vergroten. Laten we wel wezen: over een kind in Italië dat te weinig voeding kreeg hoor je nooit, behalve als deze veganistische ouders blijkt te hebben.