een hersenschim als onterechte rechtvaardiging voor diergebruik
Door Tim Crutzen en Armanda Govers
Het was even slikken toen The Guardian, over het algemeen vegan-friendly, in augustus 2018 uitpakte met een opiniestuk van Isabella Tree. Kernboodschap van Tree was dat diergebruik noodzakelijk is en dat veganisme niet de oplossing is voor de grote klimaat- en milieuproblemen.
Het opiniestuk van Tree staat niet op zichzelf. Zonder zelf de term letterlijk te laten vallen, hield Tree1 een pleidooi voor kringlooplandbouw. Het concept kringlooplandbouw heeft in korte tijd aan populariteit gewonnen. Er wordt veelvuldig door kwaliteitsmedia en de Universiteit van Wageningen (WUR) over gepubliceerd en de huidige minister van Landbouw, Carola Schouten, heeft haar beleidsvisie erop gebaseerd.
Hoewel kringlooplandbouw bij veel mensen een positieve associatie zal oproepen, is vanuit veganistisch perspectief het concept kringlooplandbouw een bedreiging. In april van dit jaar werd dat extra duidelijk toen de Volkskrant in een achtergrondartikel over kringlooplandbouw frontaal de aanval op het veganisme inzette.2
De vijf mythes van de kringlooplandbouw
Bij het aantreden van het kabinet Rutte-III zette boerendochter Carola Schouten de eiwittransitie op een laag pitje en richtte ze al haar pijlen op de kringlooplandbouw3. Kringlooplandbouw is een landbouwsysteem waarbij in een, zo ver als mogelijk is, gesloten kringloop een minimale hoeveelheid aan grondstoffen wordt gebruikt, om zo bij te dragen aan de klimaatdoelen en de biodiversiteit.
Kringlooplandbouw is, net zoals plantaardig eten, in potentie interessant voor mensen die inzien dat het klimaat, milieu en leefomgeving in gevaar zijn door menselijk handelen, en daarbij ook erkennen dat diergebruik in het huidige landbouwsysteem een grote negatieve rol speelt. Volgens veel aanhangers van de kringlooplandbouw levert het slimmer gebruik van ‘landbouwdieren’ echter klimaat- en milieuwinst op. De onderbouwing hiervoor komt terug in een vijftal claims. Het is belangrijk dat vegans deze claims herkennen en zich realiseren dat het geen claims zijn die waar zijn maar mythes zijn die niet waar zijn. Tegelijkertijd mogen we niet uit het oog verliezen dat vanuit veganistische, anti-speciësistische principes in elk landbouwideaal de belangen van dieren volwaardig moeten worden meegewogen.
Mythe 1: ‘Dieren zijn noodzakelijk om voedselreststromen te verwerken’
Vanuit de kringlooplandbouw-gedachte zijn dieren nuttig omdat ze door het eten van voedselresten ‘waardeloos’ afval kunnen omzetten in ‘hoogwaardig’ voedsel zoals zuivel, eieren en vlees. Voedselresten omzetten in hoogwaardig voedsel kan echter prima zonder dieren. Een voorbeeld is bierbostel, een reststroom van bierproductie die nu nog wordt ingezet als veevoer. Het Amerikaanse bedrijf Canvas maakt van bierbostel plantaardige melk, zodat deze reststroom geschikt wordt voor directe menselijke consumptie4.
Reststromen kunnen daarnaast gebruikt worden als compost of bodemverbeteraar, zoals WUR-hoogleraar Martin van Ittersum zelf ook aangeeft in het beruchte kringlooplandbouw-artikel in de Volkskrant. Maar als dat niet kan, is veevoer volgens Van Ittersum nog de enige optie.2
Om te beginnen is het nog maar de vraag of voedselreststromen in voldoende en stabiele mate beschikbaar zijn als betrouwbare bron van veevoer. Het is utopisch om te denken dat de veehouderij voor de aanvoer van veevoer zich afhankelijk wil maken van onzekere voedselreststromen. Bovendien zijn er nog tal van potentiële aanwendingen. Zo geeft kweekvleesprofessor Mark Post aan dat reststromen ook gebruikt kunnen worden als voedingsbodem voor kweekvlees. We hebben geen dieren nodig, maar slechts zichzelf vermenigvuldigende cellen die voedselreststromen verwerken tot kweekvlees. Tot slot kunnen reststromen ook opgestookt worden voor energieopwekking.
De claim dat dieren noodzakelijk zijn om voedselreststromen te verwerken, klopt dus eenvoudigweg niet.
Mythe 2: ‘Dieren zijn noodzakelijk voor de bemesting van landbouwgrond’
Twee belangrijke voedingsstoffen voor planten die in mest zitten, zijn stikstof en fosfaat. Opvallend is dat de WUR zelf aangeeft dat dierlijke mest niet optimaal is, omdat er veel grond en grondstof nodig is om dieren te voeden en daar mest uit te verkrijgen. Van Ittersum stelt dat ook de huidige biologische landbouw niet per definitie circulair is, omdat deze sterk afhankelijk is van dierlijke mest. Volgens Van Ittersum is kunstmest een effectief middel om gewassen te voorzien van stikstof2. Het enige addertje onder het gras is dat voor de productie van kunstmest veel energie nodig is. Wanneer onze energieopwekking CO2-neutraal is, is dat echter geen probleem meer.
Voor fosfaat zouden we onze eigen ‘mensenmest’ kunnen recyclen. Momenteel wordt rioolslib verbrand voor energieopwekking, maar door aanpassingen aan de riolering zouden we de waardevolle grondstoffen uit onze ontlasting kunnen terugwinnen en gebruiken voor de landbouw3,5.
Stikstof en fosfaat zijn goed voor de gewasopbrengst, maar om de bodem vruchtbaar te houden, moet er ook bodemverbeteraar gebruikt worden. Voorstanders van de veehouderij zullen beweren dat dierlijke mest het complete scala bevat: stikstof, fosfaat en bodemverbeteraar. Een combinatie van kunstmest en compost kan echter ook optimaal zijn. Er zijn inmiddels al organisaties bezig met volledig vegan biologische landbouw, zie bijvoorbeeld de initiatieven van bio-vegan6.
Mythe 3: ‘De veehouderij helpt het klimaat door CO2 op te slaan’
Dit is iets wat zelfs de WUR niet snel zal beweren, want elke wetenschapper weet dat koeien, geiten en schapen verantwoordelijk zijn voor de uitstoot van schadelijke broeikasgassen methaan en lachgas. Ook kippen, varkens en kweekvissen veroorzaken meer broeikasgasuitstoot dan plantaardig voedsel7. Wat voorstanders van de veehouderij echter steeds vaker naar voren brengen, is dat plantaardig veevoer CO2 uit de lucht haalt. Er zou sprake zijn van een zogenaamde ‘koolstofkringloop’: de broeikasgassen die de dieren uitstoten, worden opgenomen door de planten die ze eten. De Universiteit van Oxford komt in het rapport Grazed & Confused echter tot de conclusie dat de opname van CO2 in veevoer en weiden bij lange na niet opweegt tegen de uitstoot van broeikasgassen door koeien8.
Uit een ander rapport van diezelfde universiteit blijkt dat we mondiaal 75 procent minder landbouwgrond nodig zouden hebben als we geen dieren meer zouden eten9. Dat is een grondgebied ter grootte van Afrika dat we zouden kunnen bebossen of op andere wijze aan de natuur terug zouden kunnen geven. Veengebieden bevatten bijvoorbeeld grote hoeveelheden CO2. De waterstand in deze gebieden wordt in veel landen, waaronder Nederland, verlaagd om plaats te maken voor de landbouw. Hierdoor komt er veel CO2 vrij10. Deze gebieden zouden omwille van het klimaat weer ‘onder water’ gezet moeten worden. Maar daarvoor zouden we eerst wel landbouwgrond moeten opgeven. Dat kan door dieren en hun voer uit de voedselketen te halen.
Het klimaat is er zodoende veel meer bij gebaat als we stoppen met diergebruik.
Mythe 4: ‘Voor een veganistisch eetpatroon is meer landbouwgrond nodig’
Van Ittersum verzekert dat veganisme niet het meest duurzame of efficiënte eetpatroon is: ‘[a]ls iedereen veganistisch zou eten, laat je reststromen onbenut die je via dieren kunt opwaarderen tot waardevolle voeding. Dan heb je meer land nodig om planten te verbouwen als voedsel voor mensen, zo simpel is het2,4 Die uitspraak is onwaar en misleidend.
Omdat er geen veevoer verbouwd hoeft te worden als men geen dierlijke producten eet, is er juist veel minder landbouwgrond nodig voor een veganistisch eetpatroon, zie ook de derde mythe. De Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN, de FAO, stelt dat bijna tachtig procent van de mondiale landbouwgrond in gebruik is voor veevoer11. Stoppen met dierlijke producten resulteert in het gebruik van veel minder landbouwgrond, niet van meer. Daarnaast kunnen de reststromen op andere wijze benut worden, zoals bij mythe 1 al werd uitgelegd.
Mythe 5: ‘Niet elk land is geschikt voor akkerbouw’
In het artikel uit de Volkskrant wordt Mongolië genoemd als land waar de veehouderij altijd zal blijven bestaan, omdat er niks anders groeit dan gras, waardoor landbouwgrond alleen aangewend kan worden voor begrazing door dieren2. Ook hier geldt dat het teruggeven aan de natuur de beste oplossing is voor dit soort stukken land. Dit leidt tot een hogere CO2-opslag en is bovendien goed voor de biodiversiteit12. Hoe meer stukken land door de mens met rust worden gelaten, hoe beter.
Ook hier zijn er alternatieven. Zo is de WUR aan het onderzoeken of boeren in ontwikkelingslanden inkomen kunnen genereren met CO2-opslag: in plaats van (of naast) voedsel verbouwen, landbouwgrond inzetten om CO2 op te slaan13.
Kringlooplandbouw bestaat alleen op papier (en op het internet)
Volgens veel aanhangers van kringlooplandbouw is diergebruik in de landbouw noodzakelijk voor onze voedselvoorziening en levert het belangrijke klimaat- en milieuwinst op. Daarmee vormen ze, bewust of onbewust, een tegenwicht voor (ethisch) veganisme. Bovendien groeit de invloed van deze stroming, getuige de vele artikelen over kringlooplandbouw en de beleidsvisie van Schouten.
Zowel de Volkskrant als The Guardian vermeldden in de kop de bijzin ‘en waarom veganisme niet de oplossing is’. In het huidige internetlandschap zijn dat typische clickbait-koppen. Er zijn mensen die vegan zouden willen zijn maar nog niet de stap hebben gezet. En er zijn mensen die simpelweg anti-vegan zijn. Die mensen klikken gretig op dat soort koppen. Maar kringlooplandbouw bestaat helemaal niet. Het is een hersenschim, een utopie die waarschijnlijk nog veel moeilijker te realiseren is dan veganisme. Het enige dat kringlooplandbouw bereikt heeft, is het bieden van een (onterechte) rechtvaardiging voor de immorele keuze van diergebruik.
Dit artikel biedt vegans hopelijk houvast. Wanneer mensen vragen stellen over ogenschijnlijk noodzakelijk diergebruik, kun je ze beantwoorden. Wanneer je artikelen op social media tegenkomt waarin dit soort claims gemaakt worden, kan je aan de redactie of andere betrokkenen uitleggen hoe het echt zit. Het makkelijkst om te onthouden is dat het per definitie duurzamer is om plantaardig te eten, omdat dieren zelf ook planten eten. Dat is altijd inefficiënt. Daardoor is er enorm veel land nodig dat anders kan worden ingezet, in de vorm van bos en natuur.
Mythe 6: Dieren zijn instrumenteel voor mensen
Tot slot de zesde mythe over een minder expliciete maar daarmee niet minder dominante claim van de kringlooplandbouw. Ongeacht de argumenten voor diergebruik vanuit welk landbouwideaal dan ook, de intrinsieke waarde en belangen van dieren en het recht van dieren om niet gebruikt te worden zouden altijd onderdeel moeten zijn van een landbouwconcept. Van daaruit geredeneerd is er helemaal geen discussie: diergebruik is onmogelijk.
Reageren? Neem dan contact op met de redactie via het contactformulier.
Armanda Govers is oprichtster van de stichting Even Geen Vlees
Tim Crutzen is redacteur van VEGAN Magazine
Bronnenlijst
- If you want to save the world, veganism isn’t the answer, The Guardian, 25 augustus 2018
- Voor succesvolle kringlooplandbouw moet de veestapel fors kleiner (maar veganisme is niet de oplossing), de Volkskrant, 12 april 2019
- https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2018/09/08/minister-schouten-wil-omslag-naar-kringlooplandbouw-nu-inzetten
- https://drinkcanvas.com/pages/stor
- Waterbedrijf haalt kostbare fosfaat uit urine, zodat het weer als mest kan dienen, de Volkskrant, 7 mei 2018
- www.bio-vegan.nl
- http://www.blonkconsultants.nl/2017/11/15/de-cijfers-op-een-rijtje/
- Grazed and confused? Ruminating on cattle, grazing systems, methane, nitrous oxide, the soil carbon sequestration question – and what it all means for greenhouse gas emissions, Environmental Change Institute, University of Oxford, 2017
- Avoiding meat and dairy is ‘single biggest way’ to reduce your impact on Earth, The Guardian, 31 mei 2018
- Veengronden stoten wel CO2 uit, bossen niet, WUR, 6 november 2017
- http://www.fao.org/animal-production/en/
- https://www.truthordrought.com/marginal-lands-myths
- Koolstofopslag in veen als inkomstenbron, WUR