Onlangs is een arbeidsrechtsbank in het Engelse Norwich tot een uitspraak gekomen waarbij het “ethisch” veganisme gelijk wordt gesteld met religieuze levensbeschouwingen, waardoor het een wettelijke bescherming verdient.

Aanleiding voor de uitspraak was een klacht van Jordi Casamitjana (55), hij meende dat de reden voor zijn ontslag zijn veganistische overtuiging was.

Ontslag

Casamitjana werd ontslagen nadat hij bezwaar had gemaakt tegen investeringen van zijn pensioengeld door bedrijven die betrokken zijn bij dierproeven. Zijn werkgever was door het ontslag in overtreding, omdat religieuze levensbeschouwingen worden beschermd door de Equality Act 2010. Dit is een parlementaire wet die de basis vormt voor anti-discriminatiewetgeving in Verenigd Koninkrijk. De zaak loopt nog, de rechter moet nog tot een uitspraak komen als het gaat om de rechtmatigheid van het ontslag.

Levensbeschouwing

In Nederland hebben we eerder te maken gehad met een soortgelijke zaak. De eigenaresse van een eenmanszaak discrimineerde een man door hem niet te bemiddelen als seniorenhulp. Haar bezwaar om hem niet te bemiddelden vanwege ‘extreme opvattingen’ was ongegrond. Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde in 2016 al dat het veganisme een levensovertuiging is volgens de gelijkebehandelingswetgeving; discriminatie is op grond hiervan verboden.