De Reclame Code Commissie én de NVWA hebben de Nederlandse Vereniging voor Veganisme in het gelijk gesteld in een zaak waarbij een slagerij vlees verkocht als “vegetarisch”. Volgens beide organisaties maakte de slager zich schuldig aan misleiding. Het is de eerste uitspraak waarbij het ministeriële standpunt met betrekking tot vegetarische producten juridisch is getoetst.
In augustus ontving de Nederlandse Vereniging voor Veganisme melding dat de Overijsselse slagerij Piggy’s Palace de lichamen van in stukken gehakte varkens verkocht als “vegetarisch gehakt”. Volgens de slager mocht hij dit verkopen als “vegetarisch gehakt”, omdat de varkens enkel plantaardig voedsel eten. De Nederlandse Vereniging voor Veganisme vindt het misleidend wanneer een product, dat gemaakt is van het lichaam van een dier, verkocht wordt als “vegetarisch” en diende een klacht in bij zowel de Stichting Reclame Code als de Nederlandse Voedings- en Waren Autoriteit. Ook enkele consumenten hebben klachten ingediend. Beide instanties hebben hen in het gelijk gesteld.
Emile Dingemans, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Veganisme is blij met de uitspraak. “Het is een unieke uitspraak. Het is de eerste uitspraak waarbij het standpunt van het ministerie met betrekking tot vegetarische producten juridisch is getoetst. De termen “vegetarisch” en “veganistisch” zijn niet omschreven in de wet. Het is dus een belangrijke overwinning dat nu twee belangrijke instanties duidelijk maken dat producten die aangeduid worden met de term “vegetarisch”, geen onderdelen van het lichaam van een dier mogen bevatten. Dit verbetert de bescherming van vegetarische producten.”
Reclame Code Commissie: ‘dit is misleidend’
Na onderzoek heeft de Reclame Code Commissie de Nederlandse Vereniging voor Veganisme in het gelijk gesteld en geoordeeld dat het verkopen van ‘dierlijk vlees’ als “vegetarisch” of “veganistisch” inderdaad misleidend is. De Reclame Code Commissie stelt dat door de toevoeging “vegetarisch” het voor de consument duidelijk is dat in het product geen ‘vlees’ verwerkt is. De slager verweerde dat foto’s van varkens die iets groens eten, en dat het gebruik van de term “vegavarkens” voor verduidelijking zorgde, maar volgens de commissie doet dit niets af aan het feit dat een product met een misleidende naam wordt gepromoot.
De Commissie acht de gemiddelde consument ermee bekent dat er vleesopvolgers worden verkocht die worden aangeduid als bijvoorbeeld “vegetarisch gehakt” of “vegetarische kipstukjes”. Terecht heeft adverteerder opgemerkt dat het niet bij wet is verboden. Door de toevoeging vegetarisch is het voor de gemiddelde consument duidelijk dat in deze producten geen vlees is verwerkt. Gelet hierop zal diezelfde consument door de aanduiding vegetarisch gehakt in de uiting verwachten dat het gehakt vegetarisch, dus zonder vlees zal zijn. Vast staat dat het in de uiting als vegetarisch aangeprezen gehakt uit varkensvlees bestaat. Door het gehakt toch vegetarisch te noemen, wordt de consument op het verkeerde been gezet.
NVWA: ‘Ook misleidend volgens Warenwet’
De Nederlandse Vereniging voor Veganisme had ook een melding gedaan bij de Nederlandse Voedings- en Waren Autoriteit (NVWA) die een bezoek heeft gebracht aan de slagerij. De NVWA oordeelde dat volgens de Warenwet een uiting als “vegetarisch gehakt” voor een vleesproduct, niet mag. Hoewel het niet met die woorden in de Warenwet staat, zijn de juristen van de NVWA van mening dat dat afgeleid kan worden van de Warenwet. Daarbij wordt gewezen op een standpunt over vegetarische producten dat eind 2019 werd ingenomen door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Daarin werd aangegeven dat vegetarische producten aangeduid kunnen worden als ‘vegetarische kipstukjes’, ‘vegetarische tonijn’ of ‘vegetarische krabsalade’. De NVWA heeft dit ook doorgevoerd in hun Handboek Etikettering van levensmiddelen.