Honing is een zoete vloeibare substantie die door honingbijen wordt gemaakt en door mensen vaak gebruikt wordt als zoetstof in warme dranken of voedsel.
Is honing vegan?
Voor de productie van honing moeten honingbijen gehouden worden. Hierdoor is honing per definitie niet veganistisch. Om honing te produceren, wordt deze bijensoort geëxploiteerd. De honing waar de honingbijen hard voor werken, maken ze voor zichzelf, maar wordt van hen afgenomen. Vaak krijgen deze bijen in ruil suikerwater, wat minder voedingsstoffen bevat.
Welke alternatieven zijn er voor bijenhoning?
Er zijn tientallen manieren om eten te zoeten, zonder dat daar honing aan te pas hoeft te komen. Je kan zelfs plantaardige honing maken van paardenbloemen met dit recept.
Alternatieven voor honing
- Agavesiroop
- Esdoornsiroop (ahornsiroop)
- Commerciële vegan alternatieven op honing
- Stroop van vruchten zoals appelstroop, perenstroop of dadelstroop
- Suikerstroop
- Paardenbloemsiroop
- Rijststroop
- Melassestroop
- Kokosbloemsiroop
- Sorghum
- Gerstemout
- Oerzoet
Hoe wordt honing gemaakt?
Bijen maken honing voor zichzelf. Waarom doen ze dat?
In Nederland komen 358 soorten bijen voor. De wilde bijen (zoals hommels, zandbijen, metselbijen, wespbijen) maken geen honing. Zij leven niet in bijenkasten, maar solitair, op zichzelf. Er is een soort die wel honing maakt, de honingbij. Deze bijensoort wordt daarom gedomesticeerd en gehouden voor de productie van honing. De honingbij kwam vroeger ook in het wild voor, maar heeft nu te veel last van ziekten.1
In de zomer kunnen honingbijen gewoon de nectar uit bloemen eten. In de winter gaat dat niet, want dan zijn er nauwelijks bloemen. Om te voorkomen dat ze in de winter verhongeren, maken de bijen honing als voedselvoorraad. De honing wordt opgeslagen in honingraten en in de winter gebruikt. Zo komen ze zonder problemen de koude winter door.
Hoe maken bijen honing?
Honing wordt gemaakt wordt door honingbijen. De werksters trekken erop uit om te foerageren en zuigen tijdens deze tripjes nectar uit bloemen met hun lange tong (de proboscis genoemd). Dit wordt opgeslagen aan het einde van de slokdarm. Dit gedeelte heeft de naam honingmaag of crop. In deze opslagplek van de bij worden enzymen en goede bacteriën toegevoegd aan de nectar, waardoor het geheel beter verteerd kan worden. De werksters blijven nectar verzamelen totdat de honingmaag vol is. Als ze terug in de honingraat zijn, wordt de nectar omhoog gehaald uit de honingmaag en wordt het in de bek van een andere werkster gedeponeerd. Dit gaat zo’n 50 keer op en neer, waarbij steeds een beetje speeksel – ook wel secreet genoemd – toegevoegd wordt.
Door de toevoeging van speeksel komen er extra enzymen bij de nectar terecht. Uiteindelijk wordt de honing in een honingraat gedeponeerd. De honing is nu nog te vochtig, maar door speciaal vleugelgeklapper wordt dit vocht aan de honing onttrokken. Als de honing de juiste dikte heeft, wordt de honingraat met wasdekseltjes verzegeld. De kleur en smaak hangt vooral af van de soort nectar die gebruikt is tijdens de productie. Meestal wordt er nectar gebruikt van verschillende soorten bloemen door elkaar. Dit wordt dan bloemenhoning genoemd. Pas als er een bepaald percentage van één bloemensoort aanwezig is in de honing, mag het een specifieke naam krijgen. Zo bestaat er bijvoorbeeld acaciahoning, lindehoning en klaverhoning.
Hoe ‘oogst’ de imker de honing?
Een bijenvolk kan zich prima zelfstandig redden. Een imker houdt bijen met het doel om honing te verkrijgen. Dit gebeurt meestal eind juni, als de raten in de bijenkast vol zitten met honing. Als de bijen hard werken, kan er soms eind augustus nog een keer extra ‘geoogst’ worden.
De imker moet tijdens het ‘oogsten’ voorzichtig te werk gaan om niet gestoken te worden, want de bijen zijn niet blij als de honing weggehaald wordt. Om bijen rustig te houden, wordt er meestal rook gebruikt. De bijen schrikken hiervan en zuigen zich vol met honing om hun kostbare goedje te beschermen. Doordat hun lichaam vol zit met honing, kunnen ze moeilijker steken en zijn ze minder agressief. Rook wordt afgeraden tijdens het ‘oogsten’, omdat het de smaak van de honing nadelig kan beïnvloeden. Meestal wordt er ‘s ochtends ‘geoogst’, omdat de bijen dan nog de minste activiteit vertonen en er geen verse nectar in de raten zit.
Om de honing uit de raten te halen, moet als eerste de waslaag van de cellen afgehaald worden. Dit kan met een speciale ontzegelvork of een machine gebeuren. Hierna worden de raten geslingerd in een centrifuge, waardoor de honing door centrifugale kracht uit de cellen loskomt. Tot slot wordt de honing gezeefd, zodat er geen restjes bijenwas achterblijven. De bijenwas wordt onder andere gebruikt voor kaarsen, lippenstift, snoep en als meubelwas.2,3
Sterven er bijen terwijl de honing uit de raten wordt gehaald?
Imkervereniging Haaksbergen schat dat 1 potje honing ongeveer 100 bijen het leven kost, al is het onduidelijk hoe dit cijfer precies bepaald is. Dit komt waarschijnlijk doordat de bijen geplet worden of doordat de bijen bedolven raken onder de honing.
Er zijn hoogstwaarschijnlijk veel hobby-imkers die hun best doen om zo goed mogelijk voor hun bijen te zorgen, maar zelfs als het oogsten met de grootste zorg gebeurt, vallen er altijd slachtoffers. Veruit de meeste honing is afkomstig van grote bedrijven, en niet van de hobbyisten. In de bedrijven worden soms de kolonies in de herfst gedood, zodat ze alle honing van de bijen af kunnen nemen. Dat is financieel gunstiger, ook al is het dat ethisch gezien absoluut niet.4,5,6
Wat krijgen bijen als vervanging te eten?
Een divers dieet is belangrijk voor bijen en te weinig diversiteit kan leiden tot een verzwakt immuunsysteem.7 Als een imker de honing afneemt, krijgen de bijen in plaats hiervan suikerwater of glucose-fructose stroop. Hoewel dit net zo zoet is, bevat het niet de vitamines en mineralen die honing wel bevat. Zo lopen de bijen onder andere vitamine C, fosfor, calcium en ijzer mis.8 Vergeleken met bijen die suikerwater of glucose-fructosestroop krijgen, hebben bijen die honing kregen een verhoogde genexpressie van genen die belangrijk zijn voor immuunrespons bij infecties en weerbaarheid tegen pesticides.9 Dit impliceert dat bijen die geen honing krijgen, vatbaarder zijn voor ziektes en pesticiden doordat hun immuunsysteem minder sterk is.
Hoe worden de koninginnen behandeld?
Een koningin legt de bevruchte eitjes en is daardoor erg belangrijk voor het voortbestaan van de kolonie. Uit de bevruchte eitjes worden namelijk de werksters geboren. Zonder werksters wordt er geen nectar verzameld en dan kan de imker geen honing oogsten. Om te zorgen dat de koningin eitjes gaat leggen wordt ze kunstmatig geïnsemineerd met bijensperma. Hiervoor wordt het achterlijfje van de dar samengeknepen om zaad te verkrijgen. Meestal zijn er 10-12 zaadwinningen nodig om de koningin éénmaal te insemineren. Dit wordt dan vervolgens met een pipet ingebracht.10
De koningin kan 5 jaar oud worden, maar wordt meestal eerder (bijvoorbeeld elk jaar) vervangen door de imker als ze ‘niet meer goed presteert’.
Om de koningin te herkennen tussen alle werksters en darren, wordt ze soms gebrandmerkt. Hierdoor raakt ze vaak even buiten westen en er wordt gedacht dat dit komt door stress. Om te voorkomen dat de koningin wegvliegt, wordt meestal een deel van een vleugel afgeknipt. Als dit niet gebeurt, wordt ze meestal in een apart deel van de kast opgesloten.11,12
Ethiek
Is het ethisch om bijen voor ons te laten werken?
Per trip kunnen bijen nectar opzuigen van 50-100 bloemen. Om 1 gram honing te maken, moet een bij 125-200 keer op en neer vliegen (tussen bloemen of terug naar het nest). Die tripjes kunnen flinke afstanden zijn, waardoor een werkster voor een potje van 500 gram honing gemiddeld 1 keer de aardomtrek aflegt. Deze cijfers zijn moeilijk te schatten en betrouwbaar onderzoek hierover ontbreekt, maar het is wel duidelijk dat er veel werk gaat zitten in het maken van een klein beetje honing. Voor een bij is de productie van honing dan ook een erg arbeidsintensief proces. Als deze honing wordt afgenomen, en in ruil daarvoor vervangen wordt door minderwaardig voedsel, is dit voor de bijen geen goede deal. In feite worden de bijen uitgebuit voor hun honing, terwijl ze daar zelfs nauwelijks iets voor terugkrijgen.13
Is het ethisch om honing van bijen af te nemen?
Honing is voor bijen hun noodvoorraad, waarvoor ze hard moeten werken. Ze leggen dit aan om de winter door te komen. Ze maken zelfs iets meer honing dan nodig is voor de winter, omdat honing soms gejat wordt door andere insecten, bepaalde vogels of zoogdieren. De meeste imkers halen meer honing weg dan de bijen kunnen missen, waardoor de bijen bijgevoerd moeten worden met minderwaardig suikerwater. Dit is niet bevorderlijk voor de gezondheid van de bijen. Zelfs als de imker alleen de extra voorraad weghaalt, blijft het onethisch om honing af te nemen.
Door bijen te houden voor hun honing, buiten mensen het natuurlijke gedrag van de bijen uit voor het eigen voordeel. Bijen hebben echter hun eigen belangen die niet gediend zijn bij het weghalen van hun wintervoorraad. Bijen hebben geen toestemming gegeven om te worden geëxploiteerd. Het afnemen van de voorraad kan dus vergeleken worden met diefstal. Net als alle andere wezens, hebben bijen recht op hun eigen voedsel.
Het is voor mensen niet noodzakelijk om honing van bijen af te nemen; mensen kunnen uitstekend andere bronnen van suiker gebruiken.
Lees meer over:
- Voedingswaarde van suiker op Voedingswaardetabel.nl
Weetjes over bijen
Welke functies zijn er binnen een bijenvolk?
Er zijn drie soorten functies in een bijenvolk: werkster, koningin en dar. De meeste bijen zijn werkster. Dit zijn altijd vrouwtjes en ze zorgen ervoor dat de nectar uit de omgeving opgehaald wordt en dat er honing wordt gemaakt. Darren zijn mannetjes en zij zorgen voor bevruchting van de eieren die door de koningin gelegd worden. Ook regelen ze de temperatuur in de kolonie, door met hun vleugels te klapperen als het te warm is en te gaan trillen als het te koud is. De dar maakt geen honing, haalt geen stuifmeel, bouwt geen honingraten en voert geen larven. Dit zijn allemaal taken van de werksters. Zodra de paring voltooid is en zodra de hoeveelheid stuifmeel afneemt (meestal eind juli/augustus), worden de darren uit de kolonie verdreven door de werksters. Dit wordt de darrenslacht genoemd.
Naast verschillende functies, hebben bijen ook een verschillende levensduur. Zo leven werksters die geboren worden in de lente of zomer vaak maar 6 tot 7 weken, aangezien het dan de drukste periode is. Er moeten dan namelijk veel larven gevoed worden en nectar worden verzameld. Ze werken zichzelf letterlijk dood. Werksters die in de herfst geboren worden, hebben het rustiger en kunnen daardoor langer leven: zo’n 4-6 maanden. Darren leven tot 4 maanden, maar ze kunnen ook na een paar weken al dood gaan wanneer er geen vers stuifmeel meer te halen is: darrenslacht. De darren worden als eerste uit de kolonie verbannen. Ook als de dar heeft gepaard met de koningin, gaat hij meteen dood.
De koningin kan 5 jaar leven. Als ze te weinig eieren legt of ziek wordt, regelt de kolonie dat ze vervangen wordt door een nieuwe koningin. Dit wordt supersedure genoemd en is een manier om de overleving van de kolonie veilig te stellen. Meestal wordt de koningin na 1-2 jaar vervangen door de imker, om te zorgen dat de kolonie productief blijft.14,15,16,17
Zijn bijen intelligent?
Jazeker! Zo kunnen de werksters aan hun soortgenoten laten weten waar de beste bloemen zijn om nectar te halen, door middel van een speciale dans. Deze dans bestaat uit het wiebelen van het achterlijf. Hoe heftiger er gewiebeld wordt, hoe meer nectar er te vallen haalt. De richting van de dans, wijst de andere werksters in de richting van de nectar. Hierbij houden ze er ook rekening mee dat de zon elke 4 minuten 1 graad verschuift.
Bijen blijken daarnaast ook in staat om te leren om menselijke gezichten te herkennen.18 Dat is opmerkelijk, zeker aangezien ze maar 1 miljoen neuronen hebben (vergeleken met 100 miljard in het menselijke brein).
Uit ander onderzoek van Loukla et al. (2017) is gebleken dat je bijen kunt leren om (een variant op) golf te spelen.19 Op basis van een demonstratie konden de bijen leren om een bal in de hole te stoppen, in ruil voor een beloning met suikerwater. De bijen leerde dit het snelst als een soortgenoot liet zien wat ze moesten doen. Als er meerdere ballen aanwezig waren, dan kozen bijen de dichtstbijzijnde bal. Dit deden ze ook als de bal een andere kleur had dan ze geleerd hadden in de training. Deze resultaten laten zien dat bijen beschikken over een cognitieve flexibiliteit, oftewel: ze nemen niet zomaar klakkeloos over wat ze geleerd hebben, maar ze zijn in staat om aangeleerd gedrag aan te passen waardoor ze efficiënter worden.
Voelen bijen pijn?
De vraag of bijen pijn kunnen voelen, komt regelmatig terug en het antwoord hierop is niet zo eenvoudig te beantwoorden. Pijn is namelijk een ingewikkelder begrip dan je zou denken. Pijn bestaat twee componenten. Als eerste nociceptie, een reactie vanuit het zenuwstelsel op (potentieel) schadelijke stimuli. Dit gebeurt door stimulatie van nociceptoren, specifieke receptoren die reageren op warmte, druk of chemische stimuli.
Maar alleen nociceptie betekent niet dat er pijn is. Er moet namelijk ook een emotionele component aanwezig zijn. Het organisme moet zich bewust worden van de pijn en erop reageren. Die emotionele respons is alleen indirect te meten. Een mens kan je vragen of het pijn ervaart, een bij niet. Daarom is het lastig om te bewijzen dat bijen pijn ervaren en niet slechts nociceptie. Een belangrijke indicatie van pijn is het reageren op opioïden, pijnstillers en verdovingsmiddelen. Endogene (lichaamseigen) opiaten verzachten pijn, en als een dier reageert op opiaten of andere pijnstillers is dit een indicatie dat er een pijnervaring kan zijn. Bijen die shocks toegediend krijgen, zullen eerder gaan steken. Als deze bijen morfine (een opiaat) toegediend krijgen, neemt de behoefte om te gaan steken af. Nalaxone, een stof die het effect van morfine blokkeert, zorgt ervoor dat dit effect verdwijnt en dat bijen weer eerder willen steken. Deze resultaten impliceren dat bijen opiaatreceptoren hebben en daarmee pijn zouden kunnen moduleren.20 Dit betekent dus dat bijen in staat zouden zijn om de mate van pijn aan te passen.
Mythes over honing
Honing verzacht de keel?
Verkoudheid gaat meestal gepaard met keelpijn. Die gaat vanzelf weer over, dus rustig uitzieken is meestal het enige devies. Omdat keelpijn aanvoelt als schuurpapier en het slikken pijn doet, is het prettig de keel wat te verzachten. Het is de suiker in de honing die verzachtend werkt. Suikerwater werkt net zo goed. De bacterie-dodende werking van honing bij wonden biedt geen uitkomst bij keelpijn, omdat daarbij vaak een virus en geen bacterie de boosdoener is. Zuigen op een snoepje is, naast de verzachtende werking van suiker, extra effectief omdat het zuigen zelf voor verlichting zorgt. Voor wie bij keelpijn graag een honingdropje neemt: de zoete smaak is niet van honing, maar van de toegevoegde suiker. Zo bevat honingdrop van Venco slechts 0,3% honing.21
Is honing bijenkots?
Soms wordt honing ‘bijenkots’ genoemd, maar dit klopt niet. Bijen slaan de nectar op in de honingmaag die dienst doet als tijdelijke opslagplek van de verzamelde nectar. Hieruit wordt de nectar wel omhoog gehaald, maar hier wordt het niet verteerd. De plek waar de bij zijn eigen eten verteerd is de middendarm. Als je kots ziet als eten dat deels verteerd is, dan is het omhoog halen van honing uit de honingmaag geen bijenkots.
Is honing echt zo gezond?
Honing bestaat voor het grootste deel uit suiker (80%) en water. Honing bevat wel iets meer antioxidanten dan ‘gewone’ tafelsuiker, maar het blijft een grote suikerbom. Gezond kan je het zeker niet noemen. Daarnaast zitten er vaak pyrrolizidine-alkaloïdes (PAs) in honing. Deze stikstof bevattende stoffen zitten vaak in planten om ze te beschermen tegen natuurlijke vijanden. Deze stof is giftig voor mensen en een te veel kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Uit onderzoek (Dübecke et al. 2011) is gebleken dat 94% van de honing in de supermarkt PAs bevat.22 Als je gevarieerd eet, is de kans kleiner dat je te veel PAs binnen krijgt.
Honing kan daarnaast ook sporen van de bacterie Clostridium botulinum bevatten. Deze bacterie maakt de gifstof botuline aan, waardoor botulisme kan ontstaan. Vooral baby’s tot 12 maanden zijn hier gevoelig voor, en daarom wordt aangeraden om hen geen honing te geven.23,24
Uit onderzoek is gebleken dat 75% van de honing in de wereld neonicotinoïden bevat. Deze stof wordt gebruikt bij het bestrijden van plaagdieren als zenuwgif. Het heeft in zeer lage concentraties al grote gevolgen voor insecten. Eén honingmonster uit Duitsland overschreed zelfs de norm voor menselijke consumptie.25
Lees meer over:
- pyrrolizidine-alkaloïdes op Voedingscentrum.nl
- de bacterie Clostridium botulinum op Voedingscentrum.nl
Soms wordt er verteld dat je vooral honing moet eten, omdat de honingbijen nodig zijn voor het bestuiven van verschillende soorten fruit en groente. Dit is een beetje overdreven. In Nederland zijn er 358 soorten bijen, waarvan de honingbij er maar ééntje is. Uit onderzoek van de Universiteit van Wageningen blijkt dat met name de wilde insecten belangrijk zijn voor de bestuiving. De Groot en collega’s vonden dat honingbijen voor slechts 15% van de bestuiving verantwoordelijk zijn in elstar-appels en blauwe bessen, terwijl de wilde bij 60% van de bestuiving voor zijn rekening neemt. Dat terwijl de honingbij ook nog in mindere mate aanwezig is dan de wilde bij.26
Zelfs als honingbijen verantwoordelijk zouden zijn voor een groter aandeel, is dit nog geen reden om honingbijen uit te buiten en hun honing te stelen. Daarnaast zijn honingbijen helemaal niet het meest efficiënt in het bestuiven van gewassen. De meeste wilde bijen brengen veel meer stuifmeel over per bezoek dan honingbijen, blijkt ook uit eerder genoemd onderzoek. Hoe meer stuifmeel wordt overgezet, hoe meer vrucht er gevormd wordt. De elstar-appels die bestoven werden door de wilde bij, waren ook meer symmetrisch. Goede bestuiving leidt dus tot een betere oogst. Als er geen bestuiving plaats kon vinden, werd de oogst gemiddeld 40-50% minder.27
Moeten we meer honing eten om bijensterfte tegen te gaan?
Het plaatsen van meer honingkasten met honingbijen zet de belangrijke lokale wilde bijenpopulaties juist extra onder druk.28,29 De bijensterfte is niet alleen gaande onder de honingbijen, maar alle 258 bijensoorten die in Nederland voorkomen. Vroeger was de wintersterfte 8 procent, en die is nu opgelopen naar 29 procent. De voornaamste oorzaken daarvan zijn:
- De terugloop in biodiversiteit. Tegenwoordig zijn er voor de bijen op de akkers weinig wilde bloemen. Vroegen bloeiden veel korenbloemen tussen de akkers die nu steriele graanvelden zijn. De korenbloemen worden door landbouwers nu gezien als onkruid. Ook zijn velden met fruitbomen die op hetzelfde moment uitgebloeid zijn, veel groter geworden, waardoor de bijen opeens geen eten meer hebben.
- In de landbouw worden tegenwoordig neonicotinen gebruikt. Dit zijn landbouwgiffen die de plant van binnenuit giftig maakt voor insecten. Daarbij worden ook de bloemen (stuifmeel en nectar) giftig, waardoor de bij dit zenuwgif binnenkrijgt.
- Verschillende ziekten krijgen meer vat op de verzwakte bijen. Een probleem is de varroamijt waar de bij niet tegen opgewassen is. Deze mijt is intussen resistent geworden tegen bestrijdingsmiddelen die de mijt onder controle hielden.30
Externe links
- Honing op Wikipedia
- De wilde bij is in gevaar van SchoolTV
- Wilde bijen leven solitair, in hun eentje dus van SchoolTV
Bronnen
Eerste versie geschreven door Desirée Weijs, Masterstudent Sustainable Business and Innovation bij Universiteit Utrecht.