Voor veganisten is het fijn om in één oogopslag te kunnen zien of een product voor hun geschikt is. Tegelijkertijd steunt het vegan aanbod vooral op mensen die geen vegan zijn. Het is dus belangrijk dat ook niet-veganisten de producten net zo aantrekkelijk vinden. Uit recente onderzoeken blijkt dat de labeling van producten als ‘vegan’ juist deze groep kan afschrikken.
Een nieuw onderzoek onder ruim 7.000 Amerikanen wijst er nu op dat termen als gezond of duurzaam de gemiddelde consument sneller weten te verleiden dan de termen vegan of plantaardig. Eerder Amerikaans veldonderzoek liet al zien dat veganistische of vegetarische gerechten beter verkochten als ze niet als dusdanig gekenmerkt werden. Een maand geleden kwam ook een studie van de Universiteit van Queensland met vergelijkbare resultaten. Daarin kwam naar voren dat termen als vegan, vegetarisch en vleesvrij niet aantrekkelijk zijn voor mensen die slachtvlees eten. Zij zouden door deze termen eerder denken dat het niet voor hen bedoeld is, vergelijkbaar met hoe mensen kunnen reageren op producten die gelabeld zijn als glutenvrij. Ook zouden ze denken dat het minder smaakvol is.
De onderzoeken hoeven echter niet representatief te zijn voor Nederland en laten ook niet zien wat een combinatie van termen doet. Wel laten ze zien dat producenten er momenteel goed aan doen om termen als vegan of 100% plantaardig subtiel te vermelden, zodat het wel herkenbaar is voor veganisten, maar de gemiddelde consument niet afleidt. Ook het benoemen van directe voordelen van plantaardige producen, zoals vrij van cholesterol, kan specifieke doelgroepen goed aanspreken, bleek eerder al uit onderzoek door Faunalytics. De Nederlandse Vereniging voor Veganisme (NVV) geeft horecaondernemers de tip om hun gerechten vooral aantrekkelijk te beschrijven: ‘Lasagne van aubergine, tomaat en cashewricotta’ klinkt toch veel aantrekkelijker dan ‘veganistische lasagne’?, schrijft de NVV in haar Starterkit voor de horeca.