Taal is een belangrijk middel om gedachten en ideeën over te brengen. Het is daarbij erg belangrijk om na te denken welke woorden je gebruikt. Zeker in een gesprek over veganisme. Positief taalgebruik kan bijdragen aan een positief gesprek waardoor je boodschap beter gehoord wordt.
Bij de Nederlandse Vereniging voor Veganisme vinden we het belangrijk dat we goed en duidelijk communiceren. We proberen daarbij taal te gebruiken die positief, krachtig en inclusief is. Hiervoor hebben we een zeer uitgebreide vegan taalgids opgesteld, die we graag met je delen.
We denken dat deze lijst je kan helpen betere gesprekken te voeren over veganisme, zodat deze niet verzanden in boze discussies die de aandacht van de essentie – dieren zijn hier niet voor ons genot en moeten kunnen beschikken over hun eigen leven – kunnen afleiden.
Sommige begrippen en uitdrukkingen zijn zo ‘ingeburgerd’ in onze taal, dat het soms moeilijk te herkennen is hoe we over dieren praten. Woorden als ‘kippenvel’, ‘stal’ of ‘manege’ gebruiken we zonder na te denken over wat deze woorden nu eigenlijk echt betekenen en hoe ze het leed van de dieren verbloemen. Soms is het nodig om bepaalde woorden tijdelijk te blijven gebruiken, omdat het anders moeilijk wordt om je boodschap over te brengen. Vaak gebruiken we dan aanhalingstekens, zoals bij ‘veeteelt’ om duidelijk te maken dat het een controversieel woord is.
We helpen je graag op weg om inzichtelijk te maken welke woorden je beter niet kunt gebruiken en geven je betere alternatieven voor de meest voorkomende woorden en zinnen. De lijst is uiteraard niet compleet, maar geeft goede aanknopingspunten hoe we kunnen nadenken over de woorden die we gebruiken en deze strategisch kunnen inzetten.
Heb je vragen, opmerkingen of aanvullingen, laat het ons dan weten via het contactformulier.